Woensdagavond is het lichtfestival The Hague HighLights van start van start gegaan. Op vier verschillende plekken worden met lichtinstallaties bijzondere Haagse verhalen verteld.

Wethouder Saskia Bruines van Economie, kunstenaar Jurjen Alkema en bestuurslid Tjeerd Vrij van het Museumkwartier waren aanwezig bij de lichtprojectie op de Gevangenpoort.

Tot en met komende zondag 27 februari staan de Haagse iconen elke avond van 18.00 tot 23.00 uur in de spotlights. Bewoners en bezoekers van de stad kunnen tijdens een wandeling van zo’n 45 minuten de lichtkunstwerken aanschouwen op de Hofvijver, het Lange Voorhout en de bekende gebouwen Gevangenpoort en Paleis Kneuterdijk (Raad van State).

“Het bijzondere is dat dit lichtfestival gekoppeld is aan iconische of juist verborgen verhalen van de historische stad Den Haag. Een mooie attractie die onze stad ook in de winter op de kaart zet als een aantrekkelijke plek om te bezoeken”, aldus wethouder Saskia Bruines tijdens de opening in Pulchri Studio.

Tekst gaat door onder foto.

Diversiteit

De lichtkunstwerken tonen zowel de diversiteit van Den Haag als de diversiteit van lichtkunst. Jurjen Alkema heeft een historische projectie op de Gevangenpoort gecreëerd. Deze staat in het teken van het rampjaar 1672. Drijvende sculpturen van Studio Kebbel op de Hofvijver zorgen voor kunstzinnig vuurwerk. Verfijnde neonkunst van Titia Ex geeft een bijzonder schouwspel op het gebouw van de Raad van State: Paleis Kneuterdijk. David Schoch presenteert op het Lange Voorhout een magische lichtwereld in de vorm van een 150 meter lang audiovisueel kunstwerk.

De derde editie van The Hague HighLights was eerder gepland in december, maar werd toen vanwege de coronabeperkingen geannuleerd. De organisatie is heel blij dat het nu alsnog kan doorgaan. “Precies op een moment dat er weer heel veel kan. Op die manier kunnen bezoekers het gebied rondom het Binnenhof niet alleen in een spectaculair en ander licht ervaren, maar ook genieten van al het andere dat Den Haag te bieden heeft: een hapje, drankje, museumbezoek en wellicht een overnachting in de stad.”